Ook deze septembermaand zien we ze weer: de kustbuien. Het zeewater is relatief warm, de bovenlucht wordt kouder en de aanvoer is vanuit het zuidwesten. Afhankelijk van de exacte aansturende windrichting, eventuele troglijnen die de buiigheid vergroten en de tijd van de dag kunnen we ergens in Noord-Holland grote neerslagsommen optekenen. Vanochtend viel het met 10-15mm nog mee, de komende dagen (vooral: nachten) verwachten we nog veel meer kustregen! Bliksemen deed het vannacht ook getuige deze mooie bijdrage op LinkedIn van Wouter van Bernebeek!

Koude bovenlucht
In een typische situatie met kustbuien staat er een onstabiele ZW-stroming, aangestuurd door een lagedruksysteem ten noorden van Schotland. Vandaag is op 5,5km hoogte (500 hPa) de temperatuur rond -23 graden, in de nacht naar zondag zelfs -25 graden. Wanneer we als vuistregel hanteren dat 40 graden verschil tussen de temperatuur nabij de grond en T500hPa voldoende is voor actieve buien, dan kunnen die buien dus voortdurend ontstaan boven zee (het zeewater is voor de kust nog 18-19 graden, het IJsselmeer is nog 17 graden) en boven land in de middag. De aanvoerrichting is ook op een andere reden belangrijk: de lucht moet voldoende lang boven zee verblijven voor diepe convectie. Stroomafwaarts van Engeland zien we een brede strook waar de stapelwolken nog klein zijn.
Kleine trogvormige storingen in de bovenlucht versterken de buiigheid, zoals zaterdagmiddag. Tussen die troglijnen in zijn er flinke opklaringen (met aan de kust nog steeds een enkele bui).

Kustconvergentie
Bij een aanvoer vanuit het zuidwesten is er sprake van kustconvergentie. Deze convergentie is deels dynamisch en deels thermisch.
De dynamische convergentie komt door verschil in windrichting en windsterkte nabij de kust. Boven zee is de wind krachtig uit het ZW, boven land is het oppervlak ruwer en de wind daardoor zwakker en meer vanuit ZZW. We noemen dit ook wel wrijvingsconvergentie.
De thermische convergentie is er in het najaar vooral in de avond, nacht en vroege ochtenduren. Boven land is het tijdens opklaringen afgekoeld tot 11 graden, boven zee blijft het relatief warm. De warmere lucht boven zee glijdt enigszins op tegen de koudere lucht op land. Dit noemen we het kustfront-effect. Een kustfront kan ook voorkomen bij andere windrichtingen, zoals een aanvoer uit het NW. In november zijn de temperatuurverschillen tussen land en zee het grootst, dan is een eventueel kustfront het meest duidelijk en kan het ook een groot deel van de dag blijven hangen.
Al deze processen samen maken dat er vooral aan de west- en noordwestkust veel meer en actievere buien voorkomen dan in de oostelijke helft van het land. Deze kustbuien, ik schreef er vorig jaar ook over, zijn in de nanacht en vroege ochtend het meest ontwikkeld. Overdag is de zon nog voldoende sterk om ook boven land buien te laten ontstaan, en die concurreren dan met de kustbuien. Vaak zie je in september dat de kustbuien overdag niet voor de kust blijven hangen maar het land opkomen en zich nieuw organiseren met de landconvectie.
Die interactie met de overdag-convectie en kleine troglijnen maakt het precies verwachten van alle buien nog best lastig. Zo kunnen middagbuien boven Noord-Frankrijk in de avond en nacht nog over het zuidoosten van het land trekken. En middagbuien boven Oost-Engeland trekken in de avond de Noordzee op om zich daar in de nacht nieuw te organiseren.
Later in het seizoen wordt het makkelijker. In november is de zon te zwak voor land-convectie. Dan blijven de kustbuien vaak wel de hele dag bij de kust hangen.

in de vroege ochtend van 12 sept.
Op zee is de stroming vanuit ZW en op land vanuit Z-ZZW.
Rechts zien we dat in beeld op het radar/satellietbeeld van Weer&Radar. Merk op dat het boven het nog koele land zonnig is, maar dat er boven zee veel stapelwolken voorkomen.
Een troglijntje organiseert de buien op de Noordzee, de kustconvergentie versterkt de buien in Noord-Holland.

Neerslagverwachting

Het telkens weer opleven van de buien door kleinere en grotere trogstoringen voor de kust duurt tot begin volgende week. Vooral in de nacht naar zondag zijn de buien pittig met in de kustgebieden onweer en windstoten. Boven zee berekenen de modellen >100mm! Het is duidelijk dat een kleine verandering in de aanvoerrichting grote gevolgen heeft voor de neerslag die daadwerkelijk in kustplaatsen zoals IJmuiden, Castricum, Egmond en Schoorl valt. En dat geldt ook verder stroomafwaarts, met mogelijk nog een secundair maximum voor Stavoren, Harlingen en Terschelling. Kans op wateroverlast in het westen van Noord-Holland is er zeker!

