Ensemble berekeningen geven inzicht in de onzekerheid van de weersverwachting. Vaak zie je dat de hoofdrun (de niet-verstoorde run) ergens in het midden van de verwachtingspluim bivakkeert. Soms is echter de hoofdrun precies de extreme run! Vandaag zien we zo’n geval. In grote lijnen is de weerkaart voor volgende week vrijdag, 4 april, gelijk – maar in detail is er vooral in de temperatuur (rode lijn) een groot verschil!
In de figuur hierboven zien we hoe de temperatuur in de niet-verstoorde run, de rode lijn, van donderdagmiddag naar vrijdagmiddag daalt van 20 naar 8 graden. Het ensemble-gemiddelde daalt van 20 naar 16 om vervolgens zaterdag verder te dalen naar 11 graden. Hoe kan er nu zo’n groot verschil zijn? Hiervoor moeten we naar de berekende weerkaart kijken. In onderstaande figuur zien we de luchtdruk (witte lijnen) van de niet-verstoorde run, en de T850 (de temperatuur van de luchtsoort op 1500m).
Groot verschil tussen de run van gisteren en die voor vandaag
Er is een groot verschil tussen het linker- en het rechterplaatje. Links, de run van 12u eerder, is de koude uitstroom uit het noorden nog onderweg, rechts heeft de kou ons land al bereikt. Het verschil tussen de verwachtingen is dus vooral een verschil in “timing”. In alle runs wordt het eind volgende week flink kouder door een op gang komende arctische luchtstroom, maar in de meeste runs duurt het tot zaterdag 5 april voordat de aprilkou met misschien wel hagelbuien ons bereikt.
Interessant is om te zien dat het experimentele AI-model ook met dezelfde grootschalige ontwikkeling komt. De AIFS heeft in de niet-verstoorde run (rode lijn) ook meer/eerder kou. Het operationele model komt echter met een fellere temperatuurdaling, die zich afspeelt in 12-24u, maar die dus wel nog onzeker is qua timing.
AIFS oplossing komt ook met kou eind volgende week
Samenvatting: eind volgende week kouder
Bij grote verschillen tussen de diverse ensemble-leden loont het om wat meer naar de weerkaarten te kijken. In dit geval zien we, na opnieuw een mooie en vrij warme voorjaarsperiode, dat veel van de berekeningen een koude-inval vanuit het noorden laten zien. Alleen de timing en intensiteit ervan is 8 dagen vooruit nog wel onzeker.